Kentalis hecht veel waarde aan wetenschappelijk onderzoek. Met onderzoeken tonen we de meerwaarde van ons onderwijs en onze behandelingen aan en leggen we de basis voor vernieuwing.

Kentalis is er voor mensen met:

Een taalontwikkelingsstoornis is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis.
Dit betekent dat taal in de hersenen minder
​​​​​​​goed wordt verwerkt. Een kind met TOS heeft bijvoorbeeld grote moeite met praten of het begrijpen van taal. De taal- en spraakontwikkeling verloopt hierdoor anders dan bij leeftijdsgenoten.

Bij doof- en slechthorendheid is sprake van gehoorverlies. Of er sprake is van doofheid of slechthorendheid, hangt af van de mate van het gehoorverlies. Bij een gehoorverlies van meer dan negentig decibel is iemand zwaar slechthorend of doof. De term doof betekent niet altijd dat iemand helemaal niets meer hoort.

Als iemand slecht hoort én slecht ziet, is sprake
​​​​​​​van een beperking in horen én zien, ook wel doofblindheid genoemd. Er zijn verschillende vormen van doofblindheid. De meeste mensen met doofblindheid kunnen nog wel iets zien of horen. Een klein aantal mensen is helemaal doof en blind.

Mensen met een communicatief meervoudige beperking hebben meerdere beperkingen.
Naast gehoorverlies of een ernstige taalontwikkelingsstoornis, hebben zij bijvoorbeeld ook een verstandelijke beperking of andere bijkomende problematiek. Dit heeft vaak grote gevolgen voor iemands communicatieve ontwikkeling en omgang met anderen.

Kentalis hecht veel waarde aan wetenschappelijk onderzoek. Met onderzoeken tonen we de meerwaarde van ons onderwijs en onze behandelingen aan en leggen we de basis voor vernieuwing.

Kentalis is er voo​​​​​​​r mensen met:

Een taalontwikkelingsstoornis is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat taal in de hersenen minder goed wordt verwerkt. Een kind met TOS heeft bijvoorbeeld grote moeite met praten of het begrijpen van taal. De taal- en spraakontwikkeling verloopt hierdoor anders dan bij leeftijdsgenoten.

Bij doof- en slechthorendheid is sprake van gehoorverlies. Of er sprake is van doofheid of slechthorendheid, hangt af van de mate van het gehoorverlies. Bij een gehoorverlies van meer dan negentig decibel is iemand zwaar slechthorend of doof. De term doof betekent niet altijd dat iemand helemaal niets meer hoort.

Als iemand slecht hoort én slecht ziet, is sprake van een beperking in horen én zien, ook wel doofblindheid genoemd. Er zijn verschillende vormen van doofblindheid. De meeste mensen met doofblindheid kunnen nog wel iets zien of horen. Een klein aantal mensen is helemaal doof en blind.

Mensen met een communicatief meervoudige beperking hebben meerdere beperkingen. Naast gehoorverlies of een er​​​​​​​nstige taalontwikkelings-stoornis, hebben zij bijvoorbeeld ook een verstandelijke beperking of andere bijkomende problematiek. Dit heeft vaak grote gevolgen voor iemands communicatieve ontwikkeling en omgang met anderen.